Spiritueel wijs en bewust of.. gewoon gek? – CrazyWise

Ik val op complexe mannen, simpele zielen vind ik al vlug te saai. Ik zeg altijd gekscherend: “Hij mag niet te blij zijn hoor.. ik hou van licht depressief.” En hier zat er één, een complexe ziel, tegenover me, aan de picknicktafel van een koffietentje. Hij was een knappe verschijning: lieve blauwe ogen, een mooi gezicht met kort baardje, en halflange haren die onder een beanie uit piepten. Een aantal spiritueel ogende kettingen om zijn nek, kistjes en een ietwat versleten jasje met gouden emblemen op de schouders. Ongepolijst, zoals ik mannen graag zie. Hij oogde veel jeugdiger dan de 47 jaar die hij was.

Hij zei dat mijn Tinderprofiel als een spiegel voor hem was, en het zijne sprak mij ook erg aan. Zijn looks waren prettig en de woorden die hij koos ook: bewustzijn, humor, natuur, empathie, reizen, compassie, balans.. Hij oogde dan wel als een vrije fladderaar eerste klas, ik wilde het toch een kansje geven.

Het was een spontaan geplande date, tussen de bedrijven door: koffie op de dinsdagmiddag. We wonen bij elkaar om de hoek, dus dat was wel zo gemakkelijk.

Ik kon lekker lang naar hem kijken en hem observeren, omdat hij een behoorlijke tijd druk aan het praten was. Hij deelde openhartig over zijn burn-out, de psychologische crisis met wanen en de opname die hierop gevolgd waren, zijn herstel hiervan, waarbij hij zich in spiritualiteit had verdiept, de wijze lessen die hij had geleerd en zijn ideeën over een hoger bewustzijn en de ‘3d wereld’ waarin we onbewust gehouden worden, onder andere door het vergiften van ons drinkwater..

Zijn verhalen gingen me hier en daar wat ver, maar het hielp dat ik de afgelopen jaren behoorlijk ruimdenkend was geworden wat dit soort zaken betreft. De term ‘CrazyWise’ kwam meerdere malen in me op, de titel van een documentaire die ik een tijd geleden had gezien: waar ligt de grens tussen gekte en (spirituele) wijsheid en een hoger bewustzijn? Bestaat gekte eigenlijk wel of geven wij die stempel hier in het Westen uit onwetendheid? Voorzichtig begon ik er over, enigszins bang om hem te beledigen, maar hij bleek er hetzelfde over te denken.

Hij was duidelijk erg intelligent en behoorlijk vaardig in allerlei zaken, maar kennelijk ongeschikt om in de ‘normale’ maatschappij mee te draaien. Hij vertelde over zijn lage inkomen vanuit de ziektewet, waar hij desondanks best prima mee rond wist te komen, en de drie maanden per jaar die hij in Thailand doorbracht, waarbij hij zijn appartement in huisbewaring gaf. Dat gaf hem wat financiële ruimte. Hij was hooggevoelig, vertelde hij, voor de geluiden van de kinderen van de buren bijvoorbeeld, waardoor hij al tijden met hen in een conflict verwikkeld was. Ze hadden geroepen: “ga dan eens wat doen met je leven, dan merk je die geluiden niet op!”. Inderdaad, hij was graag en veel thuis, maar dat was hun zaak niet; die kinderen bleven maar heen en weer rennen. Vroeger had hij hier veel agressiever op gereageerd, zei hij, maar nu bleef hij kalm en vredelievend. Dat had hij geleerd van het Boeddhisme.

Hij liet me foto’s van zijn psychedelisch ogende kunst zien, die hij op zijn computer maakte, en die hij voor 900 euro per stuk verkocht, heel soms. Hij verveelde zich eigenlijk nooit. Hij kon erg goed alleen zijn, en had best wat vrienden en vooral veel vriendinnen. Over de hele wereld, dus dat was gemakkelijk als hij wilde reizen. Er sliep nu trouwens een jonge Zuid-Amerikaanse vriendin bij hem, die onderdak nodig had.

Na een tijdje viel het me op dat hij nauwelijks vragen aan mij stelde. Om toch wat balans te creëren in ons gesprek, deed ik af en toe een poging ook wat over mezelf te vertellen. Daar haakte hij vervolgens weer op in met een eigen verhaal. Hmm.. het begon te voelen alsof ik met een cliënt in gesprek was. Ik voelde niet veel wederkerigheid.

Het was zeker interessant om naar zijn verhalen te luisteren, ze boeiden me, en ik hou van een tikkie onconventioneel en spiritueel, maar de levens- en denkwijze van deze mooie man stonden eigenlijk net een paar stappen te ver van mij af.

Toen we een stukje gingen lopen bleek hij enkele mannen, die ik al vaker op de bankjes voor de bruine cafés en coffeeshops had zien rondhangen, goed te kennen. Het waren stuk voor stuk vrolijke, excentriek ogende figuren, al wat ouder, met ontbrekende tanden, sjofele kleding en scheve glimlachjes.

Hij bevond zich duidelijk buiten de randen van de reguliere maatschappij.

En ik niet.

Of toch wel?

Die reguliere maatschappij past ook mij niet echt meer: koophuisje-boompje-beestje-kindjes, er altijd op je best uit proberen te zien, mooie spullen verzamelen, hard werken voor een steeds hoger salaris, sociale maskers, je kwetsbaarheden niet tonen, oppervlakkige gesprekjes, overal een filter overheen, doe vooral niet te gek.

Maar bij de mensen die zich hier (bewust of onbewust) keihard tegen afzetten voel ik me meestal ook niet helemaal thuis. Ze meten zich vaak een sterke identiteit aan, of dat nu rebels is of meer richting het zweverige.. daar identificeer ik me ook niet mee.

Mijn eigen tribe hangt er een beetje tussenin denk ik. Hij mist een duidelijke groepsidentiteit, qua kledingstijl of verzamelplekken, maar ik weet ze wel te vinden. Op plekken voor persoonlijke en spirituele groei, yoga, meditatie en vrouwenwerk. Ik heb daar de afgelopen jaren een aantal fantastisch lieve vrienden gevonden. Ook mijn toekomstige geliefde heb ik het liefst met één been stevig in het aardse en met het andere vrolijk ronddansend daarbuiten. Liever niet met beide benen zwaaiend in de lucht.

We namen afscheid met een dikke knuffel. Even later ontving ik: “Ik vond het fijn je te ontmoeten en kijk na onze volgende ontmoeting uit. Je bent een mooi mens en ik voelde dat ik mezelf kon zijn, thx [biddende handjes, sterretjes en een smiley].

Aww.. Tja.. Pure mannen als hij weten mij in mijn hart te raken. Maar ja, ik vind hem nogal een risico: red flags all over the place. Wat de liefde betreft begin ik er niet aan.

Het gaf me wel stof tot nadenken.. Waar ligt voor mij de grens? Wanneer vind ik iemand te weinig gegrond? Maar ook, hoe stabiel lijk ik eigenlijk zelf in de ogen van een ander? Hoe complex? Hoe Crazy / Wise zijn mijn eigen ideeën? Als ik heel eerlijk ben, lijken deze man en ik op een dieper niveau misschien meer op elkaar dan ik wil toegeven, en dat vind ik best een confronterend inzicht. Wellicht vormt míjn tribe wel een voorportaal van de zijne, en trappelen mijn benen over een aantal jaar ook richting de hemel..