Trekken aan een dood paard in de liefde.. – Waarom doen we dat? (PRI)

Ik heb er al eerder over geschreven: ik wilde als kind dolgraag aandacht en liefde van mijn vader. Hij gaf me meestal wel aandacht als ik erom vroeg (al mopperend van tegenzin als het een activiteit was die hij niet leuk vond), maar hij nam zelden tot nooit zelf het initiatief hiertoe. Hij leek zelf geen verlangen te voelen naar mijn aandacht, maar vooral toe te geven aan mijn verzoekjes om mij een plezier te doen. Hij vermaakte zich prima met zijn eigen bezigheden: de krant, sport op tv, zijn duiven, huishoudelijke klusjes. Hij vond mijn gezelschap wel fijn, denk ik, zolang ik hem maar zijn ding liet doen en ik rustig het mijne deed.

Ik had het gevoel dat ik hem eerder tot last was als ik om zijn aandacht vroeg, dan dat hij ervan genoot. En toch voelde ik ook dat hij om mij gaf. Hij zorgde voor me en gaf me regelmatig waar ik om vroeg.

Nu is onze relatie nog altijd hetzelfde. Ik zie dat hij het gezellig vindt als ik op bezoek kom, maar hij gaat ook al gauw weer over op zijn eigen bezigheden. Hij neemt zelf geen initiatief om mij te bellen of samen iets te gaan doen. De relatie is volledig eenzijdig wat initiatief nemen betreft. Als ik niet kom of bel, dan zie of spreek ik hem niet. Het is dat mijn moeder regelmatig contact met me opneemt (en dan soms de telefoon ook aan hem geeft), anders zouden we elkaar nog maar zelden spreken.

Wat dat betreft lijk ik op hem. Ik neem zelf ook weinig initiatief tot contact en hou me ook vooral met mijn eigen dingen bezig als ik op bezoek kom. Ik begrijp hem dus heel goed. Maar goed, feit blijft dat ik dat als kind heel pijnlijk heb gevonden.

En feit blijft ook dat ik al vanaf mijn eerste verliefdheden de neiging heb om verliefd te worden op precies dit soort mannen. Mannen waarbij ik het gevoel heb dat ze het fijn vinden om bij me te zijn, die eigenlijk zelden ‘nee’ zeggen als ik om aandacht vraag, maar waarbij ik niet zozeer voel dat dit verlangen tot contact helemaal wederzijds is, tenzij het een activiteit betreft waar je ze altijd wakker voor kunt maken (rara, wat voor activiteit zou dat zijn). De boodschap die ze me geven is: zij kunnen gerust zonder mij, ze vermaken zich toch wel. Als ik mijn verwachtingen – of eerder gezegd hoop – naar hen uitspreek, dat ik het fijn vind als ze zelf ook initiatief nemen, dan proberen ze dit meestal wel een paar keer, maar haken dan toch al snel weer af.

Ik ben de laatste tijd weer veel bezig met Past Reality Integration (PRI), een psychologische methode om niet-werkende patronen, stammend uit je verleden, aan te pakken. Het gaat er in deze methode om dat we als volwassenen nog altijd streven naar het vervullen van de behoeften die we als kind onvoldoende of niet vervuld kregen, zoals onze behoefte aan veiligheid, hulp, troost, aandacht, liefde, steun en aanmoediging, bij juist díe personen die deze behoeften ook niet kunnen of willen vervullen. Personen die in die zin op de desbetreffende ouder lijken.

Voordat ik van PRI hoorde heb ik jarenlang met dit patroon geworsteld, zonder het aan mijn kindertijd te relateren. Ik dacht bij elk vriendje: “Wat is er nou? Waarom belt hij me niet? Waarom neemt hij geen initiatief? Waarom lijkt hij andere dingen altijd prioriteit te geven? Houdt hij wel genoeg van me?”. Ik werd er doodongelukkig van en dacht dat ze geen zier om me gaven. Maar dat was niet waar. Ze gaven wel om me, maar ze voelden het verlangen tot contact zelf niet zo (sterk) als ik. Ik was veel verliefder en wilde constant bij hen zijn. En ik was iemand die geen genoegen nam met weinig contact. Ik liet hen luid en duidelijk weten dat ik die aandacht wel van hen verlangde en anders ontzettend verdrietig en ongelukkig was. Deze relaties eindigden vrijwel altijd in een dramatische breuk, op één na. Ik vermoed omdat ze mijn constante verwachtingen en verwijten niet meer trokken. Zij wilden of konden mij kennelijk niet geven wat ik nodig had en verloren hun interesse.

Nu ik dit patroon doorheb, wil ik niet meer aan dit soort mannen blijven trekken. Ik heb te accepteren wat ze wel of niet voor mij voelen, en in welke mate en hoe ze dit uiten, net zoals ik dat nu ook van mijn vader heb geaccepteerd.

PRI zegt namelijk dat dit soort patronen alleen zullen verdwijnen als je ziet dat je je verleden op het heden projecteert. Je hebt dus te rouwen om wat je nooit gehad hebt en zo dolgraag had willen krijgen. Elke keer als ik geen initiatief ontvang van de mannen waar ik dat wel van verwacht en hoop te krijgen, moet ik de oude pijn dus voelen die dit gedrag bij me aanraakt. Zonder daarbij in onhandig gedrag te schieten.

Bijvoorbeeld in Valse Macht: oftewel boosheid, zij zijn verkeerd hier, ze MOETEN mij aandacht geven. Valse Macht is een afweermechanisme. PRI zegt dat we deze afweermechanismen als kind ontwikkelen om onszelf te beschermen tegen te grote pijn, waar we nog niet mee om kunnen gaan, omdat onze cognitieve functies nog niet genoeg zijn ontwikkeld. Het afweermechanisme dat ik gebruikt heb om me te beschermen tegen de pijn in relatie met mijn vader was Ontkenning van Behoeften. Ik besloot al jong dat ik zijn initiatief tot aandacht niet nodig had. Het was wel oké zo, hij hield toch van me? Ik haalde mijn aandacht wel bij anderen. In mijn liefdesrelaties gebruikte ik vooral Valse Hoop. Ik wrong me in alle bochten om maar leuk genoeg gevonden te worden, om ze op die wijze toch tot initiatief te bewegen in ons contact. Meestal zette ik hierbij de tactiek van seks in. Daar kwamen ze namelijk wel uit zichzelf voor, had ik ontdekt. Elke keer dat ze het initiatief namen om mij te zien, was ik dolgelukkig. “Zie je wel”, dacht ik, “ze houden toch wel van me.”. Ik moest toen nog leren dat dit initiatief helemaal geen teken van liefde was, maar van lust. Als ik de seks namelijk weg zou laten, zou er al snel geen reden meer voor hen zijn om nog contact te zoeken.

Een pijnlijke les. Maar wel een waardevolle.

Nu ik dit alles zo haarfijn in de gaten heb, zie ik waar mijn voorliefde voor dit soort mannen vandaan komt en dat ik te accepteren heb dat deze mannen nooit aan mijn oude kindbehoeften kunnen voldoen. Ik mag mijn Valse Hoop en Valse Macht laten varen. Ik hoef hun liefde niet te veroveren en ik hoef ook niet boos te worden, om te krijgen wat ik wil. Ze geven het uit zichzelf of niet, en als ik hen wil zien dan kan ik zelf het initiatief daartoe nemen, maar daar dan geen grote verwachtingen bij hebben. Mijn oude kindbehoeften waren onvervuld en blijven onvervuld. Niks wat iemand mij geeft kan dat ooit nog goedmaken, zelfs mijn vader niet. En dat is helemaal oké.

 

PS. In een opleidingsdag over ouderschap leerde ik de term ‘parent-blaming’. De neiging om onze ouders de schuld te geven van onze (emotionele) problemen en daar zelf geen verantwoordelijkheid in te dragen. Hoewel het misschien lijkt alsof ik mijn ouders overal de schuld van geef, zie ik dat niet zo. Alle ouders maken fouten, hoe goed ze het ook bedoelen. Niemand kan er 100% van de tijd voor zijn/haar kind zijn, op precies die manier die het kind nodig heeft. Ik ben dus ook niet boos op of beschuldigend naar mijn ouders. In elk geval niet meer, na een verlate puberale fase te hebben gehad. Ik zie alleen wel dat opvoeden een grootse taak is en dat ook mijn ouders wat steekjes daarin hebben laten vallen. Zoals alle ouders. We zijn hierin heel open naar elkaar. Ze lezen de blogs die over hen gaan voor ik ze plaats en daarbij vraag ik altijd om hun goedkeuring ze te plaatsen en om eventuele aanvullingen en aanpassingen. Ze voelen het niet als aanval en steunen me zelfs in mijn openheid hierover.