Anderhalf jaar geleden was ik voor het eerst helemaal alleen, zonder dat ik een vriendje of romance (romance?) had. Ik voel me eindelijk sterk, vrij, rustig en tevreden in mijn eentje. Dat was voorheen ondenkbaar.
Ik heb sinds mijn puberteit enorm geworsteld met mezelf en dat uitte zich vooral in liefdesrelaties. Ik wilde het liefst 24 uur per dag bij mijn vriendjes zijn. Elke dag dat we niet samen konden zijn, was er één teveel. Als ze aangaven ruimte te willen voelde ik me afgewezen. Ik gaf hen de schuld van mijn verdriet en onzekerheid. Daarnaast verloor ik mezelf volledig in mijn relaties. Vond hij het leuk om urenlang te gamen, dan vond ik het leuk om daar naar te kijken. Vond hij het leuk om talloze CSI’s te kijken, dan keek ik met hem mee. Zijn vrienden werden mijn vrienden. Mijn eigen vriendinnen en bezigheden verdwenen naar de achtergrond. Ook liet ik hen enorm over mijn grenzen gaan. Ik zei zelden ‘nee’ en vergaf hen zo’n beetje alles, van irritant gedrag tot vreemdgaan en verbale agressie. Ik gaf ze alles wat ze van me nodig leken te hebben, vaak in de vorm van seks, omdat dat iets was waar ik gemakkelijk hun volle aandacht mee kreeg. Op mannen die dit gedrag niet van me pikten en hun vrijheid namen bleef ik hevig verliefd. Op mannen die er wel in mee gingen raakte ik na een tijdje uitgekeken.
Keer op keer liepen mijn relaties stuk. Intens verdrietig en eenzaam bleef ik dan achter. Echter, zodra ik opnieuw verliefd werd, was het verdriet snel weer vergeten en dook ik vol in deze nieuwe verliefdheid. Ik wist dat het niet oké was hoe ik in relaties stond, maar laten kon ik het niet. Ook dacht ik stiekem dat het probleem vooral lag aan de bindingsangst van de mannen waar ik op viel.
Ik las talloze boeken over verlatings- en bindingsangst en hechtingsproblemen en ben enkele malen in therapie geweest. Daar heb ik cognitieve gedragstherapie en EMDR (eye movement desensitization and reprocessing) gevolgd. Ik kwam op een punt dat ik drie mannen tegelijk zag, waardoor ik me niet zo aan één van hen zou vastklampen. Dat werkte, maar zo’n chaotisch en onverbonden leven wilde ik niet. In die tijd ben ik zelfs in de verslavingszorg terecht gekomen met de diagnose ‘relatie- / liefdeverslaving’, een persoonlijk dieptepunt. De boeken en therapieën hielpen om meer inzicht in mijn afhankelijke patroon te krijgen, maar nog altijd lukte het me niet het te doorbreken. De behoefte aan bevestiging van de mannen waar ik van hield (maar die nooit volledig voor me gingen) was veel sterker dan mijn drang om ermee te willen stoppen.
Tot ik me bezig ging houden met spiritualiteit. Ik maakte kennis met Byron Katie, Jan Geurtz en Eckhart Tolle. Ik leerde mediteren en gedachten en gevoelens te zien voor wat ze zijn: niet de waarheid en dus ontzettend belangrijk, maar slechts ‘gedachten en gevoelens’, die de hele dag in ons opkomen. Als boertjes eigenlijk.
Alleen, ik was die boertjes gaan geloven: “ik kan niet zonder hem” en “ik ben niet goed genoeg, niet mooi genoeg, niet interessant genoeg, niet onafhankelijk genoeg”. Gedachten waardoor ik me altijd zo slecht had gevoeld, verdrietig, leeg, eenzaam en behoeftig. Gedachten waardoor ik me als een angstig kind had gedragen in al mijn relaties.
Ik kon die behoeftige gedachten en bijbehorende gevoelens echter ook opmerken, zonder mezelf erover te veroordelen of ze voor waarheid aan te nemen, en ze gewoon voorbij laten gaan. Als wolken aan een blauwe lucht. Een openbaring!
Eindelijk begreep ik dat al die ellende niet de schuld was van mijn vriendjes, die zich, geheel terecht, stuk voor stuk terugtrokken. Zij waren niet degenen met een probleem, althans lang niet allemaal. Ik had al die tijd een enorme druk op mijn relaties gelegd, door van hen te verwachten dat ze me ‘goed genoeg’ lieten voelen, dat ze me gelukkig zouden maken. En daarnaast van mezelf te verwachten dat ik hen die toewijding wel kon ontfutselen, als ik maar genoeg mijn best deed. Een onaantrekkelijke, energie slurpende, maar bovenal onmogelijke opgave.
Ik moest leren dat ik de bevestiging en de aanwezigheid van een geliefde niet nodig heb om me goed te voelen. Ik leerde mezelf te accepteren precies zoals ik was. Waarom zou ik luisteren naar al die veroordelende gedachten over mezelf? Ik ben de moeite waard, net als ieder ander. Misschien zijn er wat puntjes van aandacht in hoe ik denk of me gedraag, maar zodra ik me daar bewust van word, veroordeel ik mezelf er niet meer over en doe ik tegelijkertijd mijn best mezelf te verbeteren. Mijn negatieve gevoelens wijzen me op mijn eígen groeipunten.
Ik leerde er ook voor mezélf te zijn, door mijn eigen voorkeuren en grenzen te ontdekken en mijn leven daarop te baseren. Wat eet ik graag, wat doe ik graag, welke uitjes vind ik leuk? En wat niet? Welk gedrag van een ander vind ik echt niet oké? Ik gaf mezelf een leuk leven cadeau met inspirerende bezigheden, werk waar ik van hou en lieve vrienden. Een fijne en rustgevende plek om te wonen en lekkere en gezonde voeding. Ik nam de tijd om mijn gedachten en gevoelens te leren kennen. Ik schreef elke dag al mijn worstelende gedachten van me af, paste the Work erop toe en observeerde mijn nare gevoelens. Die duurden daardoor geen uren of hele dagen meer, maar minuten of seconden. Vastklampend gedrag liet ik steeds meer achterwege.
De ultieme test voor mij was het uiteindelijk weer aangaan van een nieuw liefdesavontuur. Zou het dit keer anders zijn of zou ik terugvallen in mijn oude patroon? Zou ik mijn behoeftigheid kunnen observeren, zelf laten oplossen en me er niet naar gedragen? Zou ik liefde kunnen geven zonder mezelf te verliezen? Zou ik van de liefde kunnen genieten zonder me vast te willen klampen? Allemaal zorgelijke gedachten die door mijn geest spookten en waar ik geen waarde aan wilde hechten. Ik wilde vertrouwen op dat wat zich voor zou doen en mijn nieuwe vermogen daar beter mee om te gaan. Ook als dat zou betekenen dat ik nog altijd ‘fouten’ maakte. Spirituele groei is een langdurig en moeizaam proces, met veel vallen en weer opstaan.
Inmiddels zijn we anderhalf jaar verder en heb ik alweer goed kunnen oefenen in de praktijk . Het gaat allemaal zeker niet vanzelf, maar ik vind het een onwijs spannend en bevredigend avontuur. Graag neem ik jullie daarin een beetje mee.