OMG, we gaan tóch samenwonen!

‘Huh?? Hoezo dat opeens? Weet je het zeker?’ Dat kreeg ik een paar keer te horen toen ik gisteren met vrienden en familie het GROTE nieuws deelde dat mijn vriend Teun en ik gaan samenwonen.

Misschien geen logische reactie op dit soort feestelijk nieuws, maar wel in ons geval. In de bijna vijf jaar dat we nu samen zijn, bleven we namelijk zeer overtuigd latten. Ik schreef er zelfs een veelgelezen blogpost over: ‘Niet iedereen wil samenwonen — Waarom mijn vriend en ik ervoor kiezen om te latten‘. Hierin schreef ik dat we het fijn vonden om ieder onze eigen woning in Amsterdam te behouden en elkaar twee keer per week op te zoeken. Zo bleef onze relatie weg van sleur en huishoudelijke irritaties en hadden we allebei genoeg tijd en ruimte om onze eigen dingen te doen.

Toch zeiden we steeds vaker tegen elkaar: ‘weet je, het lijkt me eigenlijk best fijn om met jou samen te wonen’. Dat vonden we dan een geruststellende constatering, waar we verder geen concrete plannen aan verbonden. Teuns studio met vast huurcontract was te klein om in samen te wonen en een woning die groot genoeg was voor twee aparte woongedeelten (alleen zo zagen we het samenwonen voor ons) konden we nu toch niet betalen. Samenwonen werd daarmee een toekomstdroom. Het had geen haast.

Maar het afgelopen anderhalf jaar konden we een paar kreeg proeven aan hoe het zou zijn om een kleine woning met elkaar te delen. In het voorjaar van 2023 waren we namelijk drie maanden met Teuns busje op reis geweest — ook een soort samenwonen en extreem op elkaars lip bovendien. Buiten flink wat geruzie over onze verschillende verwachtingen van die reis, hadden we het die drie maanden verrassend leuk met elkaar. Na deze reis moesten we, door mijn gehop van tijdelijke woning naar tijdelijke woning, een paar keer een periode van ‘dakloosheid’ mijnerzijds overbruggen in Teuns woning. Hoewel we op die 40 vierkante meter ook best op elkaars lip zaten, voelde het vooral heel knus en gemoedelijk.

De nadelen van samenwonen die ik in de blogpost over blijven latten had opgesomd (zoals gedoe om de verdeling van huishoudelijke taken, verschillende wensen qua meubels en spullen, en allebei totaal andere dingen willen doen in huis) verloren daardoor steeds meer aan kracht. Dat viel eigenlijk allemaal wel mee bij ons.

Bovendien vond ik het erg fijn om Teun in de buurt te hebben, toen ik tot twee keer toe een paar maanden last had van draaiduizeligheid (BPPD). Hoewel de duizelingen niet gevaarlijk waren volgens de huisarts, wekten ze hevige angsten in me op. Doodeng vond ik het om de kamer om me heen te zien draaien als Vila Volta in de Efteling en bij elke abrupte hoofdbeweging zo licht te worden in mijn hoofd, dat het leek alsof ik stomdronken was. Op zijn beurt vond Teun het met zijn ADD-brein erg fijn dat zijn dagen meer structuur kregen door mijn aanwezigheid en dat hij daardoor stukken minder de neiging had om veel tijd te verdoen achter zijn computerscherm.

Deze week was ik weer bij Teun, omdat hij meedoet aan een 11-daagse Crash Course voor zij-instromers in het basisonderwijs. Dit is een bomvolle en stressvolle stoomcursus met allerlei assessments, om te kijken of hij leraar kan en wil worden. Hij had me gevraagd om die 11 dagen bij hem te zijn, zodat ik hem een beetje kon steunen en helpen. Weer beviel het samenwonen ons hartstikke goed. Gisterenochtend bij onze eerste koffie zei Teun opeens: ‘fuck it schat, waarom zeg je niet gewoon je huur op en kom je hier wonen?’ Ik voelde meteen dat ik dat ook wilde. Als blije kinderen dansten we door de kamer.

Mijn tijdelijke huisje in Amsterdam Noord heb ik gisteren meteen opgezegd en dus wonen we per midden volgende maand officieel samen in Teuns studiootje in de Jordaan. We hebben er veel zin in om van Teuns woning ónze woning te maken en zijn reuze benieuwd hoe het ons gaat bevallen. Natuurlijk hopen we niet dat we de voordelen van het latten toch (te hard) zullen missen of dat we binnen no time in een diepe sleur belanden. We hebben de afspraak gemaakt dat als dat op een gegeven moment toch zo voelt, we weer op zoek gaan naar een tweede woning. Maar voor nu voelen we vertrouwen dat we het hartstikke leuk blijven hebben met z’n tweetjes in één huis. Zelfs als dat een teeny-tiny huisje is.


PS. Ik was gestopt met bloggen, maar vond dit nieuws toch wel een blogje waard. 🙂