Eindeloos dezelfde ruzies – Zijn we te verschillend, of valt hier nog iets aan te doen?

Wat moeten we doen als onze partner op belangrijke punten niet wil (of kan) veranderen, en wij daar stapelgek van worden? Accepteren dat die verandering er niet in zit.

Het lijkt zo’n open deur, en toch zien velen van ons dat niet als de oplossing, maar gaan liever nog wat harder aanvallen, klagen, smeken, gillen, huilen, of doodzwijgen. In de ijdele hoop dat dat dode paard toch nog een keer in beweging gaat komen. Dit doen we – onbewust uiteraard – omdat we zo zelf de lastige route van ‘accepteren – of niet accepteren, maar dan loslaten’ niet hoeven bewandelen. Want: zolang ik me met jouw zaken bemoei en me daarop richt, hoef ik me niet met de mijne bezig te houden. Lekker makkelijk.

 

Ik denk dat het met stip de meest voorkomende reden is, waarom cliënten bij mij komen. Natuurlijk wordt het zelden (of eigenlijk nooit) zo geformuleerd door henzelf. Ik krijg geen aanvragen met daarin de hulpvraag: “Mijn partner en ik kunnen elkaar niet accepteren zoals we zijn, of loslaten. Kun je ons daarmee helpen?”. Nee, ik krijg: “We hebben zoveel ruzie de laatste tijd; we weten niet meer wat we moeten doen.”. Als we dan samen de thema’s van deze ruzies achterhalen, blijkt vrijwel altijd dat ze op bepaalde gebieden elk iets anders willen of vinden, en de ander aan hun kant proberen te krijgen. Wat door beiden als kwetsend ervaren wordt, en waardoor het geruzie alleen maar toeneemt.

 

Waar het dan bijvoorbeeld om gaat?

Seks: “Ik wil graag drie keer per week seks, hij vindt het één keer per maand prettig. Hij vindt dat ik teveel aandring, ik vind dat hij me te vaak afwijst.”

Woonsituatie: “Ik wil nu samenwonen, zij wil nog een paar jaar wachten. Zij vindt dat ik haar opjaag, ik vind dat ze onze relatie niet serieus neemt.”

Voedingspatroon: “Ik vind dat we thuis gezond moeten eten, hij blijft ladingen snacks in huis halen. Hij vindt dat ik overdrijf, ik vind dat hij geen ruggengraat heeft.”

Emotie-regulatie: “Ik sta positief in het leven, hij is vaak zo negatief. Hij vindt dat ik hem meer moet steunen, ik vind dat hij wat meer naar de mooie kanten van het leven moet kijken of anders hulp moet zoeken.”

Geld: “Ik vind het belangrijk dat we een flinke financiële buffer hebben, zij wil het geld liever laten rollen. Zij vindt dat ik gierig ben, ik vind dat ze roekeloos omgaat met geld.”

Aandacht: “Ik wil graag een paar keer per week een avond samen doorbrengen, hij vindt één avond al ruim voldoende. Hij vindt dat ik veel te veel aandacht nodig heb, ik vind dat hij mij verwaarloost.”

Politieke voorkeur: “Ik stem GroenLinks, hij stemt VVD. Hij vindt mij veel te links, ik vind hem veel te rechts.”

 

Zelf heb ik in mijn eigen relatie(s) ontzettend veel moeite met acceptatie. Dat is echt nog een groot ontwikkelpunt van mij. Mijn vriend kan dat stukken beter, en is daarin echt een voorbeeld voor me. Confronterend is het wel. Telkens weer schiet ik in de valkuil van verbale aanvallen, oordelen en veranderpogingen, op punten die mij niet zo zinnen. Ik val hem dan bijvoorbeeld aan op het feit dat hij niet probeert te stoppen met roken, op zijn in mijn ogen wat minder voorzichtige houding rondom corona, of ik beschuldig hem van een ‘leugentje om bestwil’, iets wat ik al snel vermoed en waar ik allergisch voor ben. Allemaal niks extreems, maar toch hebben we (te) regelmatig van dit soort ruzietjes. En dan krijgen we ook nog ruzie over het feit dat ik daar steeds ruzie over maak. Want dat vindt hij dan weer niet zo tof van mij. Het is wat.

 

Stellen die veel (dezelfde) ruzies hebben over dit soort verschillen, vertonen de neiging elkaar te willen veranderen. Of één van beiden heeft deze neiging. In geruzie zie je namelijk twee patronen: aanvallen-aanvallen (“jij deugt niet!”, “nee, jíj deugt niet!”) en aanvallen-terugtrekken (“jij deugt niet!”, “laat me met rust!”). Terugtrekken-terugtrekken bestaat ook, maar dit patroon komt voor bij stellen die zelden conflicten hebben – wat vaak ook geen goed teken is, want dan worden storende zaken meestal niet uitgesproken, maar blijven onderhuids wel broeien. Tenzij ze beiden de Kunst van Acceptatie beheersen natuurlijk. Over die kunst hieronder meer!

 

“Ja maar, je moet toch bereid zijn om tot een werkend compromis te komen in een relatie?”

Zeker, bij verschillen die zich laten veranderen is dat belangrijk, zodat aan jullie beider behoeften wordt voldaan (of een andere oplossing gevonden wordt, waarbij ieder zelf verantwoordelijkheid neemt voor het voldoen aan de eigen behoefte). Maar bij verschillen die lastig of niet te veranderen zijn, zoals politieke voorkeur bijvoorbeeld, is (meer) acceptatie de aangewezen route. Een soort van gedoogbeleid dus: “ik ben het er niet mee eens en ik vind het niet leuk, maar ik ga er geen ruzie meer over maken, want zo ben jij nu eenmaal.”.

 

Makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk. Hoe kun je dit aanpakken?

Allereerst bepaal je samen over welke thema’s het bij jullie geruzie gaat. Waar zitten de grootste, meest storende, verschillen? En dan niet starten met: Zijn deze verschillen te veranderen? Maar met: Zijn deze verschillen te accepteren? De meeste verschillen (in persoonlijkheid, waarden, overtuigingen of toekomstbeelden) blijken tenslotte behoorlijk onveranderlijk. Besteed je kostbare ‘verander-energie’ alleen aan die (gedragsmatige) verschillen die echte deal-breakers voor jullie zijn, en maak daar dan een gezamenlijk probleem van, desgewenst binnen relatietherapie.

Vervolgens kun je proberen om naast de nadelen / valkuilen, óók de voordelen / kwaliteiten te zien in elkaars afwijkende standpunt. (Ik zeg hier expres ‘naast en óók’, omdat we de negatieve ervaring van het verschil niet hoeven ontkennen.) Dus: “Wat is er zo mooi aan het feit dat jij drie keer per week seks met mij wil, hoewel ik daar wel last van heb? Nou, je libido is er nog, en je vindt mij nog steeds seksueel aantrekkelijk”. Het is gemakkelijker om zaken te accepteren, als je ze wat positiever kunt bekijken. Soms is dat heel moeilijk, maar doe er in elk geval je best voor er toch een lichtpuntje in te zien.

Leer tenslotte hoe je met gevoelens van irritatie en frustratie om kunt gaan, als het onderwerp weer op tafel komt, zonder kritiek naar je partner te uiten of non-verbale afkeur te laten zien. Kun je bijvoorbeeld een paar keer diep ademhalen, een (niet-sarcastisch) grapje maken, je aandacht even afleiden, of juist bewust even stilstaan bij je gevoel, aangeven dat je graag van onderwerp wil veranderen, een korte time-out nemen..? Kijk wat het best voor jullie beiden werkt, en experimenteer daar een beetje mee. Je kunt zelfs afspreken dat jullie af en toe expres het thema aanstippen, om elkaar te laten oefenen met deze nieuwe technieken in frustratie-tolerantie. Zo’n afspraak maakt dit alles ook wat luchtiger; je kunt er zo sneller samen om lachen.

 

Ik heb zelf heel groot op het whiteboard in mijn woonkamer geschreven: ACCEPTATIE. Ter herinnering. Mijn manier om ermee om te gaan is even pauzeren als ik de irritatie op voel komen, goed diep in- en uitademen, en mezelf herinneren aan het feit dat ik hier geen ruzie meer om wil maken. Dan verander ik van onderwerp. Of deze strategie goed heeft gewerkt, zal ik over een paar maanden met jullie delen. Ik heb goede hoop! (Want zélf veranderen en groeien vind ik dan weer het leukste dat er is).

 

Lukt dit allemaal niet, en blijft het lastig jullie verschillen te accepteren (of te veranderen), dan is er maar één oplossing over: je verlies nemen en loslaten. Soms zijn verschillen simpelweg te groot of te belangrijk, en maken jullie elkaar niet gelukkig. Maar vergeet niet: koppels die al decennia lang samen zijn, hebben heus ook hun verschillen, alleen zij hebben geleerd hoe ze hiermee om moeten gaan, anders hou je het niet zo lang vol samen. Of ze dat op een emotioneel gezonde wijze doen is een tweede – het moet natuurlijk geen martelaarschap worden – maar het bewijst wel dat er qua acceptatie een heleboel mogelijk is.