De vader- of moederrol aannemen – Codependentie in liefdesrelaties

Ik word de laatste weken sterk geconfronteerd met mijn codependent neigingen (mijn eigen behoeften, wensen en gevoelens opzij zetten voor die van de ander). Sinds mijn behandeling voor liefdesverslaving in 2015, weet ik dat ik die heb. Ik ben constant in tune met de gevoelens van mijn geliefden in relatie tot mij, en ben dan geneigd mezelf volledig weg te cijferen om de liefde veilig te stellen. Hij blij, ik blij, is het motto, maar dus ook hij bang/verdrietig/boos, ik ook. En dan ga ik heel hard werken om hem weer blij te maken, zodat ik ook weer gerust en blij kan zijn.

Dus. Mijn lief voelt zich klote door mijn gevoelens voor een ander en door mijn wens ook met deze ander tijd door te blijven brengen en daarbij ook intimiteit te delen. Of beter nog: anderen, meervoud. De stap om daar eerlijk over te zijn was al een hele grote voor mij. Die is gezet en dat voelt goed. Hij vertelt me over de heftige gevoelens van jaloezie, onzekerheid en verdriet, die dit alles bij hem opwekt, en toont ze me ook. Ik weet verdomde goed hoe onmogelijk pijnlijk dit voelt. Werkelijk álles in mij wil hem dan van zijn pijn verlossen, zo snel mogelijk. Ik haal alles uit de kast. Ik blijf hem geruststellen. Ook met mijn gedrag; het voelt opeens niet goed om met anderen af te spreken. Waar ik in mijn vorige blog nog zo stoer riep dat ik mijn wensen en gevoelens dit keer niet (meer) opzij zou zetten uit angst iemand te verliezen, hoor ik mezelf nu zomaar zeggen dat hij het allerbelangrijkst voor mij is en dat ik bereid ben al het andere op te geven, voor hem.

Het heeft iets moederlijks, zei iemand me. Moeders doen dit voor hun kinderen, die cijferen zichzelf ook weg.

Ik herken het. Al ben ik niet zozeer zorgzaam in praktische zin, ik laat mijn geliefden wel altijd met alles bij me komen. Als het ware met thee en koekjes zit ik voor hen klaar: vertel het me maar schat, ik ben er voor je. Geen onderwerp is taboe. Ook andere vrouwen niet. Mijn reactie is zoveel mogelijk vol liefde. Dat is normaal gesproken natuurlijk niet wat partners doen: je liefje bij je laten uithuilen door verdriet over een ex of enthousiast laten vertellen over de escapades met een fling. Ik doe dat wel, ik nodig ze er zelfs toe uit. Dat voelt oprecht, maar het zal vast verwarrend voor hen voelen: wat is zij van mij?

Het lijkt me in elk geval niet helemaal gezond, die moederlijke rol die ik op me neem in mijn liefdesrelaties. In elk geval niet als de ander niet tegelijkertijd ook af en toe een vaderlijke rol naar mij aan kan nemen, zodat de polariteit in balans blijft.

Wat ik me ook afvraag: is het waar? Is mijn liefde echt zo onvoorwaardelijk als ik ‘m laat lijken? Ben ik er echt toe bereid om mijn eigen wensen aan de kant te zetten om de ander pijn te besparen? Nu misschien wel ja, omdat ik hem niet kwijt wil, maar blijft dit op de lange termijn dan ook zo? Ga ik het hem wellicht later kwalijk nemen dat ik zo’n deel van mezelf geamputeerd heb om onze relatie te redden? Gaan die wensen toch weer omhoog komen als het gevaar van verlies geweken is? Gaat het scheef voelen? Ik vrees eerlijk gezegd van wel.

En hij vreest dit ook. Hij is ook niet van gisteren, en weet dat ik eigenlijk niks kan doen of zeggen wat hem echt gerust zou stellen. Ik kan wel stoppen met mijn gedrag: de ander (voorlopig) niet meer opzoeken, maar ik kan niet zomaar stoppen met mijn wensen. Wensen zijn er gewoon, net als gevoelens.

Het liefst wil hij natuurlijk dat ik de ander niet wil. Alleen maar oog voor hem heb. En hij voor mij. Heel romantisch ja, en zo ontzettend fijn als het je overkomt. Maar het echte leven loopt niet altijd volgens dit scenario; de vraag is wat mij betreft eerder: moet het per se zo gaan? Kan iets anders niet ook heel mooi en bevredigend (en leerzaam) zijn? Ik zou ook het liefst willen dat hij mij de allerlekkerste vindt, de schoonheid van andere vrouwen totaal niet opmerkt en nooit fantaseert over hoe het zou zijn met haar, of haar, of haar. … Ha!

“Jij bent en blijft de enige voor mij, echt waar!”

Echt waar? Zeker weten? Kun je me dat – het liefst zwart op wit – garanderen lieverd?

Laten we even realistisch blijven.

En daarbij, moet een liefdesrelatie altijd alleen maar veilig en warm voelen? Als we doen alsof we altijd alleen maar oog voor elkaar hebben, elkaar daarin constant sussen en (schijn)veiligheid bieden, dan zou dat toch dodelijk saai worden?!  Het is wat velen, misschien wel de meesten, doen in relaties. Bewust danwel onbewust.

Het is wat mij betreft onecht, een illusie. Lekker die kop in het zand steken, omdat dat veiliger voelt. Blind voor de gevolgen wat dit veiligheidsgedrag nu juist heeft op de liefde.

Een meer open relatie is natuurlijk next level, maar als we leren accepteren dat wij niet het epicentrum van iemand’s leven hoeven zijn en/of blijven, dus niet op zoek hoeven gaan naar een tweede mama of papa, dan wordt het leven daar zoveel echter, vrijer en spannender van. En ook gevaarlijker ja. Maar dat was het sowieso toch stiekem al. De liefde is juist vol avontuur, omdát je nooit de zekerheid hebt dat die fijne relatie blijvend is. Die waarheid mogen we toch best erkennen en naar elkaar uitspreken? We zijn toch geen kleine kinderen meer, die de hardheid van het leven niet aan kunnen?

Als we onze ogen hier niet voor sluiten, kunnen we elkaar écht zien en aanvaarden in al onze menselijkheid, elkaar niets opleggen of verbieden, maar genieten van het mooie wat er is tussen ons. Dan kunnen we zelf proberen te dealen met opgewekte gevoelens van angst en onzekerheid, die zo diep in ons zitten, zonder de ander op te zadelen met de verantwoordelijkheid die bij ons weg te nemen. Of zonder die verantwoordelijkheid voor de gevoelens van de ander volledig op ons te nemen. Geen vadertje of moedertje meer spelen dus, maar telkens weer met elkaar verbinden, met een open hart en een open geest.

Poeh. Ik zou me daar een stuk beter bij voelen.

 


 

PS. Hier over doorlezen? Ik kan de boeken ‘Verslaafd aan liefde’ en ‘Bevrijd door liefde’ sterk aanraden, beiden van Jan Geurtz. Ook het bekende boek ‘Als hij maar gelukkig is’, van Robin Norwoord, of ‘Leef je eigen leven’ van Melodie Beattie, gaan over dit onderwerp.