Je ziet het tegenwoordig steeds vaker: mensen die publiekelijke openbaringen doen over hun depressie, hun verslaving, hun burn-out of hun schoonheids’foutjes’. Ze delen, schijnbaar zonder gêne, hun tekortkomingen met de wereld. Via social media of blogs, vlogs en columns.
Je ziet ook steeds meer groepsbijeenkomsten, gericht op het delen van je shit en je worstelingen (maar ook je successen), zoals vrouwen- of mannencirkels, Circling- of Authentic Relating-groepen, deelrondes in trainingen en retraites voor persoonlijke ontwikkeling, talking-stick-cirkels, maar ook de SLAA-bijeenkomsten (Sex and Love Addicts Anonymous) waar ik het eerder over had.
Mensen snakken ernaar te DELEN.
Ik doe het ook veelvuldig. Niet alleen hier, in deze artikelen, maar ook in mijn dagelijks leven, met mijn vrienden en familie. Met psychologen en coaches. Of heel eerlijk, met wie dan ook wil luisteren (daar is dit blog het bewijs van). Ik maak van mijn hart absoluut geen moordkuil, kun je wel zeggen.
Behalve als het betrekking heeft op de mensen waar ik tegen praat. Als ik open en eerlijk wil zeggen wat ik denk en voel jegens hén. Dan blokkeer ik.
Ik heb dit meestal omzeild door het dan maar op te schrijven, in een sms, appje, mail of vroeger via een brief.
Voor mensen zoals ik, die worstelen met relaties door dieperliggende intimiteitsproblemen, is het heel zinvol om deze kunst van openhartig delen te leren beheersen. Ik denk dat dit de sleutel naar emotionele verbinding is, iets waar wij veel moeite mee hebben.
Voor mij is het bewust worden van wat er in me omgaat en dit dan delen met de mensen waar het om gaat, het allerbelangrijkste dat ik in de afgelopen jaren van persoonlijke ontwikkeling heb geleerd.
Daarom mediteer en journal ik ook zoveel. Zo word ik er bewust van wat ik allemaal denk, zodat ik niet meer op de automatische piloot sta en onbewust m’n leven leid/lijd met ingesleten denkwijzen die niet kloppen en gedragspatronen die niet helpen. Dagboekschrijven is voor mij ook een vorm van meditatie: elke ochtend schrijf ik klakkeloos op wat zich in mijn hoofd afspeelt, als een brain-dump. Drie pagina’s vol. Deze schrijfsels laat ik niet aan anderen lezen, maar ze geven me inzicht in mijn angsten, frustraties en verlangens.
En die deel ik vervolgens wel.
Waarom is dat indirecte en directe delen nou zo belangrijk?
Ten eerste willen we allemaal gehoord, gezien en begrepen worden, precies zoals we zijn. Dat is een menselijke behoefte. Het voelt heerlijk als iemand met zijn volle aandacht bij jou is en je dan accepteert. Je écht hoort, ziet en begrijpt. Ga maar eens na. Hoe vreselijk voelt het niet als je aan het delen bent over iets persoonlijks en je ziet dat de ander afgeleid is, of in zijn hoofd al bezig is met zijn eigen verhaal? Als hij je telkens onderbreekt of überhaupt geen interesse lijkt te hebben om naar je te luisteren?
We verlangen boven alles naar echt contact, naar begrip en empathie, naar het gevoel erbij te horen, naar ertoe doen.
Het geeft tevens een gevoel van vrijheid en individualiteit als je je ware zelf kunt laten zien. Dit ben ik, hier hebben jullie (en ik) het mee te doen. Het geeft je de kans om mensen aan te trekken die bij je passen: ‘Your vibe attracts your tribe‘. Misschien ben je dan minder populair (want je stelt je ineens minder sociaal wenselijk op), maar in relaties geldt: beter kwaliteit, dan kwantiteit.
Er gebeurt ook nog iets anders als je deelt. Als je hardop uitspreekt of opschrijft wat je normaal gesproken alleen in je hoofd hoort, dan hoor of lees je pas hoe onwaar of simpelweg onhandig bepaalde dingen zijn, die je denkt en gelooft. Het werkt confronterend. Aha, dus dit is wat ik denk.. Is dat eigenlijk wel waar? En helpt het mij om zo te denken? Je hoort jezelf in rondjes praten, steeds maar weer hetzelfde zeggen. Altijd maar beren op de weg zien. Of constant de dingen van de pessimistische kant bekijken. Keer op keer dezelfde onhandige dingen doen. Je vraagt jezelf af: waarom doe ik dat eigenlijk? Daar moet maar eens een einde aan komen.
Terwijl je vertelt, zullen de mensen (of de vriend, vriendin, geliefde) die naar jou luisteren, hun eigen denkwijzen met die van jou vergelijken. Ze herkennen zichzelf in jouw verhalen en horen nu eigenlijk ook pas hoe ‘belachelijk’ dit alles klinkt. Waarom twijfelt zij zo aan zichzelf? Waarom ziet ze haar kracht en schoonheid niet? Waar is hij bang voor? Waarom veroordeelt hij zichzelf zo? Voor anderen ben je meestal milder en positiever dan voor jezelf. Het bruggetje naar: ‘Tja, waarom twijfel IK zo aan mezelf? Waarom zie IK mijn kracht en schoonheid niet? Waar ben IK bang voor? Waarom veroordeel IK mezelf zo?’ is dan snel gemaakt.
Maar wat het ook doet, is dat het de toehoorder een zucht van verlichting doet slaken: ahh, zij denk dit ook, zij voelt dit ook, zij doet dit ook! Het wekt een gevoel van gelijkheid (en dus liefde) in de toehoorder op. Normaal gesproken zie je alleen het masker dat iemand van zichzelf laat zien. Dat kan heel anders zijn dan wat er in die persoon omgaat. Opeens zie je de tranen achter de eeuwige lach, de angst achter het krachtige of harde voorkomen. Dat doet je aan jezelf denken. Wat fijn! Ik ben dus niet gekker, zwakker, stommer of dommer dan al die mooie mensen om me heen. Ik ben dus niet ‘niet goed genoeg’. We zijn allemaal hetzelfde, we hebben allemaal dezelfde onzekerheden en worstelingen, we zijn allemaal zo heerlijk menselijk.
Daar gaat het om bij het delen van wat er in ons omgaat. Elkaar, en daardoor ook onszelf, met compassie en liefde leren bekijken. Naastenliefde (of liefde voor die ene specifieke vriend, vriendin, geliefde) én zelfliefde cultiveren.
En misschien hoor je hier en daar een mooie manier van kijken of doen, die je op nieuwe ideeën brengt en je inspireert. Dat is dan ook weer mooi meegenomen.
(Brené Brown heeft er trouwens een mooi boek over geschreven ‘De kracht van kwetsbaarheid‘).