Relaties die er niet altijd en ‘voor altijd’ hoeven zijn?

Ik zit, zoals heel veel mensen van mijn generatie en die daarna, in tweestrijd. Enerzijds wil ik bruisende liefde, elkaar nieuwsgierig ontdekken, de passie en romantiek van iemand die nog vrij nieuw voor me is. Anderzijds is er iets in mij dat toch ook veiligheid in zo’n relatie wil: er voor elkaar zijn en elkaar door en door kennen. Die twee gaan niet lekker samen.

Zodra een relatie verandert in een veilige haven van vertrouwd kameraadschap, dus zonder dat je nog oprecht stapelgek op elkaar bent, dan is die relatie wat mij betreft veranderd in een vriendschap. Heel fijn om te hebben, maar het vervult voor mij dan niet meer de rol van liefdesrelatie. En dat is wel wat ik graag wil. Ik heb geen behoefte aan een inwonende ‘kameraad’ om de dagelijkse gang van zaken mee te delen en me te helpen bij dingen als koken, grote of kleine klussen, het huishouden en de administratie. Wat dat betreft heb ik genoeg aan mezelf, mijn vrienden en familie en alle bedrijven en diensten die de Nederlandse maatschappij ons te bieden heeft.

Het enige wat ik graag van een geliefde wil is regelmatig samen quality-time doorbrengen, vol romantiek en passie, maar ook vol inspiratie en plezier. Ik wil elkaar ten diepste kunnen stimuleren. Het hoeft niet altijd leuk te zijn, botsingen zijn oké, maar ik wil geen vlakheid: samenzijn omdat we nu eenmaal samen zijn.

Die grote voorliefde voor bruisende liefde zorgt ervoor dat ik in langdurige niet-relaties blijf hangen, die mij zowel romantiek en plezier verschaffen als een vorm van duurzaamheid in zich hebben. Vertrouwd kameraadschap is het absoluut niet. Ideaal zou je zeggen, maar door hun twijfels en gebrek aan commitment aan míj zijn deze niet-relaties killing voor mijn gevoel van geluk, rust en tevredenheid. Ik ervaar er geen veiligheid in, integendeel. Ik heb het nodig (zeker als iemand met een angstig vermijdende hechtingsstijl) dat iemand zeker weet dat hij van me houdt en dat ook in alles uitdraagt. Ik heb geen geduld meer voor halve ja’s.

Maar er is een mooi alternatief voor de gebruikelijke relatie: een bewuste vrije relatie, die best mag eindigen als de sprankeling verdwenen is. Een bewuste vrije relatie is hetzelfde als een langdurige niet-relatie, met het grote verschil dat er wel sprake is van commitment. Het krijgt dus gewoon de stempel ‘relatie’. We duiken er allebei gewoon in, niet twijfelen, maar doen. Hup! Ja, ik wil nu met jou zijn en we gaan daar de komende periode lekker van genieten, maar er is geen bijkomende verwachting dat we voor altijd bij elkaar zullen blijven en we vervlechten onze levens ook niet volledig met elkaar. We blijven twee afzonderlijke individuen, met onze eigen bezigheden, vrienden en familieleden en ons eigen huishouden, die het heel fijn hebben samen en focussen op persoonlijke groei. Begint één van ons toch twijfels te krijgen dan zeggen we dat direct en kijken we of daar nog iets aan te doen valt. Open en eerlijke communicatie is onze basis. Zo worden we gelijk gedwongen ons best voor elkaar te blijven doen, om de schwung erin te houden. Bij een probleem zoeken we naar een oplossing waar we allebei volledig achter staan. Geen geplease of gemanipuleer om onze zin door te drammen. Onze oplossing is altijd win-win.

Want wat mij, en de mannen die ik date geloof ik ook, zo tegenhoudt in het aangaan van een relatie is dat we ons best in dit moment aan elkaar willen verbinden, maar niet als daar de verwachtingen van ‘voor altijd’, ‘we zijn elkaars absolute enige’ en ‘we doen dit leven nu samen (en dus op JOUW manier?!)’ aan vastzitten. Dat maakt het veel te veelomvattend en beladen en daardoor voelt het als een keuze van levensbelang. Een soort van: is dit de ware?

Wat maakt het uit! Moet dat dan?

Stel dat we er ook zo over zouden denken met vrienden, hobby’s of werk. Is dit iemand waar ik voor altijd vrienden mee wil blijven en wil ik alleen nog maar hem als vriend? Wil ik deze hobby voor altijd blijven doen en dan echt alleen nog maar deze? Wil ik dit werk voor altijd blijven doen en daarnaast geen andere projecten meer oppakken? Zo denkt niemand. Het klinkt behoorlijk absurd. Dan zouden we nooit ergens aan beginnen. Waarom staan we er dan wel massaal zo in bij relaties?

Nu moet ik ook eerlijk toegeven dat het feit dat ik geen kinderwens heb hierbij helpt. Ik hoef niet op zoek te gaan naar een man die blijft als er kinderen komen. Ik heb geen toekomstfantasieën over lachend met het hele gezin avonden aan de keukentafel doorbrengen en samen met andere gezinnen in de tuin onze verjaardagen vieren. Of, als we oud en versleten zijn, liefdevol elkaars billen afvegen en elkaar wassen, tot de dood ons scheidt.

In alle andere gebieden van mijn leven, zoals mijn werk, hobby’s en vriendschappen, ben ik heel gemakkelijk. Als iets niet meer voor me werkt, dan ben ik weg. Ik ben de koningin van dingen (en mensen) vol enthousiasme uitproberen en ook weer mee stoppen als het niet bevalt. Geen valse loyaliteit of blijven omdat het zo hoort of van me wordt verwacht, of simpelweg omdat ik ermee ben begonnen en het dan ook zou moeten afmaken. Dat wil overigens niet zeggen dat ik geen langdurige verbintenissen aan kan gaan. Ik heb hele lieve vrienden die ik al heel lang ken en waar ik nog steeds dol op ben en oude spullen die ik koester. En als ik een hobby of baan heb die ik oprecht heel leuk vind dan kan ik daar ook gerust jarenlang met veel plezier aan blijven hangen. Maar blijven als het niet goed meer voelt? Nee, dat doe ik nooit. Zelfs in het klein: als ik een feestje heb en ik vind er niets meer aan, dan ben ik weg. Ook al is het nog vroeg, vinden mijn vrienden het ongezellig en was het kaartje best duur. Ik verzeker mezelf ervan dat ze zich ook zonder mij goed kunnen amuseren, geef ze een dikke kus en ben weg. Niemand heeft er baat bij als ik ergens blijf waar ik niet wil zijn.

In de liefde doe ik dat ook zo. Ik ben all in of all out. Zodra mijn all in verandert in een mehh (en dat gebeurt echt niet zomaar) dan ben ik daar eerlijk over. Als daar dan niets aan veranderd kan worden, dan stop ik ermee. Zonder boosheid of wrok. Iets wat veel anderen niet zo aanpakken, heb ik gemerkt. Die blijven wel hangen, ik vermoed uit een gevoel van loyaliteit, niet willen kwetsen of doorzettersmentaliteit. Dan ben ik na maanden toch weer degene die ook een all in of all out van hén vereis, als een soort ultimatum. Dat gesprek ga ik overigens voortaan veel eerder voeren: ja of nee, geen misschien.

Seriële monogamie wordt het ook wel genoemd, als je meerdere monogame relaties na elkaar hebt. Dat vind ik aantrekkelijker klinken dan één iemand voor de rest van mijn leven. Misschien blijven we wel voor altijd bij elkaar, of met tussenpozen waarin de relatie een hele tijd voorbij is en waarin we allebei een andere kant zijn opgegaan. Dat kan zomaar ineens zo blijken te zijn gegaan, als we op ons sterfbed afscheid van elkaar nemen. Het kán, maar we gaan ervan uit dat dat niet zo is. En ik kan me trouwens ook voorstellen dat het serieel non-monogaam kan zijn.

Het hele loslaten als de liefdes-schwung duidelijk voorbij is, is dan wel weer een dingetje, maar ook dat krijg ik langzamerhand steeds beter onder de knie. Zo rampzalig is het ook weer niet. Ik veer altijd sneller terug van verdriet en gemis dan ik van tevoren denk. Alles wat ik heb meegemaakt en geleerd en de herinneringen aan onze tijd samen koester ik. Het is fijn als er uiteindelijk – als de heftige emoties zijn gezakt – een diepe vriendschap overblijft of zelfs de mogelijkheid het weer samen op te pakken. Zo groeit mijn tribe met mensen waar ik veel mee heb gedeeld en waar ik nog veel liefde voor voel. Ik ben bijvoorbeeld nog de beste vrienden met een oud-geliefde van me. We brengen veel tijd met elkaar door. We zijn er echt voor elkaar. En ook andere oud-geliefden zie ik nog regelmatig, sommigen puur platonisch, anderen met een plus. Het is toch geweldig als dat kan?

Het is een manier van in relaties staan die bij mij past, omdat ik ambivalent gehecht ben: enerzijds verlang ik naar een diepe verbinding, anderzijds heb ik veel vrijheid nodig. Het heeft even geduurd voor ik daar achter was en daarin mee kon bewegen. Als wat iedereen om je heen doet niet bij jou past, maar je geen voorbeelden ziet van wat je wel zou willen, dan moet je daar zelf achter zien te komen. Je kunt niet lekker met de massa, die wel veilig gehecht is, meelopen. Het vereist veel speurwerk, experimenteren, praten met mensen die het hele relatiegebeuren anders aanpakken én de moed hebben om de angst aan te gaan dat je er dan niet helemaal meer bij zult horen. (Pssst.. die angst is nergens voor nodig hoor. Je echte vrienden houden dan alleen maar nóg meer van je. Omdat je je echte zelf aan ze laat zien.) Het voelt zelfs een beetje als uit de kast komen, zeker nu ik dat zo publiekelijk doe.

Míjn ultieme toekomstfantasie? Hele avonden aan een keukentafel zitten met mijn vrienden, de mannen waar ik een liefdesavontuur mee deel of heb gedeeld en hun (oud-)geliefden, en later lachend in onze elektrische rolstoelen achter elkaar aanrijden door het park (onze billen worden lekker door de thuiszorg afgeveegd). Het liefst wil ik één grote zelf gekozen ‘familie’, waar niemand bezitterig of jaloers doet en je nergens raar op aangekeken wordt. Genietend van onze vrijheid, verbondenheid en de inspiratie die we voelen als we samen steeds meer dingen leren, begrijpen, beleven en creëren. Dat lijkt me fantastisch.

Buiten de elektrische rolstoelen is die fantasie eigenlijk al grotendeels werkelijkheid geworden.

En jij, wat is jouw toekomstfantasie qua relaties?