Geen verlatings- of bindingsangst meer – Vanuit VRIJHEID voor elkaar kiezen

Na jaren van niet alleen durven zijn, had ik eindelijk de zoete smaak van vrijheid geproefd. Ik genoot, na mijn ‘geen-man-dieet’ van anderhalf jaar, dat me mijn angst om alleen te zijn had laten overwinnen, van meerdere romantische contacten tegelijk. Het voelde als een beloning na een grote prestatie. Ik fleurde er helemaal van op. Me op dit moment weer aan één iemand committeren – iets waar ik eerder nul moeite mee had – voelde opeens als beperkend: zo zou ik toch niet alles uit het leven kunnen halen? Ik wilde vrij zijn! Ik wilde nieuwe werelden ontdekken, via de intieme contacten die ik had. Nieuwe ervaringen opdoen. Een vol, rijk leven leiden.

Dat kan natuurlijk ook zonder geliefden, maar de liefde had mij altijd geïnspireerd en gemotiveerd om nieuwe dingen te ondernemen, die ik in mijn uppie niet zo snel gedaan zou hebben (zoals naar de andere kant van het land verhuizen, om maar iets te noemen).

Ik stond dan ook niet te springen om me weer te laten ‘kooien’. Zelfs niet toen ik weer intensief contact kreeg met een hele leukerd, waar ik al jaren sterke gevoelens voor had, maar waarmee ik altijd in een niet-werkende verlatingsangst-bindingsangst-dynamiek had gezeten. Hij kwam net uit een korte relatie, waar hij helemaal voor was gegaan. Dat het toch niet had gewerkt, lag niet aan hem, vond ik ook. Hij stond in elk geval versteld van mijn ommezwaai en herkende me bijna niet meer.

Mijn verlatingsangst en bijbehorende onzekere gedrag had hij altijd als onaantrekkelijk ervaren, maar met deze nieuwe houding bleek hij het uiteindelijk ook moeilijk te hebben. Want waarom had ik nog behoefte aan anderen, als wij het zo heerlijk hadden samen? Hij wist niet of dit wel was wat hij wilde; al gaf hij het wel een kans. Opnieuw dreigde het mis te lopen tussen ons.

Toch hield ik voet bij stuk. Ik had toch verdorie niet voor niks besloten om van mijn vrijheid te gaan genieten, en niet meer naar mijn verlatingsangst te luisteren? Dan moest ik nu doorzetten.

Maar goed, ik herkende mezelf eigenlijk ook niet meer. Wat gebeurde hier? Had ik, na zo’n twintig jaar verlatingsangst, nu opeens bindingsangst gekregen? Of was het een half-bewuste strategie om geen verlatingsangst te hoeven voelen, door me dit keer niet meer zo afhankelijk van één persoon te maken, mijn afhankelijkheid als het ware over meerderen te spreiden? Of was ik altijd al in de wieg gelegd voor polyamorie, maar kwam ik daar nu pas achter?

Ik zal eerlijk zijn. Ik voelde me waarschijnlijk vooral zo goed, omdat ik voor mijn wens tot nabijheid en verbinding nu uit meerdere bronnen kon putten. Kon de één niet, dan kon ik wel bij de ander terecht. Op geen van hen leunde ik al te zwaar en daarom werd het me van harte gegeven. Een hele nieuwe ervaring na al dat wachten, trekken en zeuren om aandacht. Het voelde als ware luxe, een overdaad aan ‘liefde’.

Dit werkt natuurlijk alleen als alle partijen er helemaal mee instemmen. Dus toen die ene leukerd hierover begon te steigeren, werkte plots mijn nieuwe strategie niet meer en kwam de mij oh zo bekende verlatingsangst in alle hevigheid omhoog. Geschrokken hield ik de andere contacten een beetje af, in elk geval voorlopig, om onze band veilig te stellen. Hierdoor keerde de rust al gauw terug.

Ik merkte dat ik die rust heel fijn vond. Ik hoefde niet meer van hot naar her te sjezen voor een dosis ‘liefde’. Ik hoefde me niet meer constant af te stemmen op verschillende energieën en verhalen. Het chaotische gevoel dat dat met zich meebrengt verdween.

Ik bleek genoeg te hebben aan alleen hem. Nu hij zo open voor me stond, en zo beschikbaar was, was er geen reden tot verlatingsangst. Ik voelde dat het goed zat. Ik reageerde op mijn beurt vol vertrouwen op hem, waardoor hij ook geen reden had tot terugtrekken. Onze dynamiek was tot rust gekomen.

Door de vele openhartige gesprekken die we inmiddels hadden gevoerd, over onze gevoelens voor elkaar en onze verlangens en angsten, was er een hele nieuwe dimensie aan intimiteit tussen ons ontstaan. Door die openheid en eerlijkheid, groeide ons vertrouwen in elkaar en in een ‘ons’. Een vertrouwen dat er eerder nooit was, en dat ik eerlijk gezegd ook nooit op die manier gevoeld heb in andere relaties.

Toch bleef ik voelen en aangeven dat ik die wederzijdse vrijheid belangrijk vond, als fundament van onze relatie. Toen ik na flink wat lastige (maar ook heel waardevolle) gesprekken dan eindelijk zijn oprechte instemming had, en we er expliciete afspraken over hadden gemaakt, merkte ik tot mijn grote verwarring dat ik helemaal geen behoefte meer had aan die andere contacten. Het voelde vooral als gedoe. Ik wilde mijn kostbare tijd en energie het allerliefst aan hem besteden.

Ik vertelde hem dat ik geen zin meer had om nog anderen te zien. Hij reageerde blij en enthousiast; hetzelfde bleek ook voor hem te gelden. We konden dit keer echt vanuit vrijheid voor elkaar kiezen, los van verlatings- of bindingsangsten.

Wat ik eerder als een bewijs van ware liefde zag: de heftige intensiteit, het smachtende, haast pijnlijke verlangen naar elkaar, en de achtbaan aan emoties, al die zaken die spelen in een relatie waarin de verlatingsangst-bindingsangst-dynamiek heerst.., die ontbreken dit keer. Het is eerder een blij, warm en dankbaar soort samenzijn. Nou, ik teken ervoor! Het voelt in balans tussen ons. Er is veel vrijheid, en er is veel nabijheid. Het voelt veilig en spannend tegelijk. Precies zoals ik de ideale liefdesrelatie voor me zie. Hoe dit verder gaat zal de tijd ons leren, maar ik heb zin in dit nieuwe hoofdstuk.