Eén van mijn favoriete – maar vreselijk averechts werkende – strategieën, om met emotionele ellende om te gaan, is vermijding. Als geen ander weet ik hoe lastig het is, om jezelf op te peppen en volle goede moed het leven in te stappen, als je je verschrikkelijk ellendig voelt, geen zin of energie hebt om ook maar iets te ondernemen, en het liefst thuis op de bank onder je dekentje ondergedoken blijft. Je kostbare tijd weg Netflixend, tv-kijkend, gamend, comfort-food etend, slapend, piekerend, huilend.. Aanleidingen voor mij kunnen zijn: een conflict (met wie dan ook), een gebeurtenis die me bang maakt, maar ook de winter die voor de deur staat.
Het lukt me inmiddels goed om mezelf vroegtijdig op die neiging tot onderduiken te betrappen en er niet meer in door te slaan. Het na een paar uren tot maximaal enkele dagen van verstoppen wel welletjes te vinden en mezelf te herpakken.
Maar bij hevige triggers lukt het me nog steeds niet zo goed. Toch is het ook dan mijn valkuil dat ik het per se alleen wil kunnen. Vooral als psycholoog zijnde. Ik ken toch potverdorie alle wegen om mezelf hier uit te trekken? Nou dan!
Iedereen die mij goed kent weet dat ik nogal hypochondrisch ben. Om de zoveel tijd zit ik bij de huisarts met een lijstje van gekke klachten, variërend van harde bultjes tot pijnlijke plekken, waar ik geruststelling voor zoek. Altijd vrees ik er het ergste van: kanker of iets anders levens(kwaliteit)bedreigends. Nooit was het écht goed mis, gelukkig, behalve toen ik diabetes bleek te hebben, maar mijn motto is: liever een keer te vaak naar de huisarts, dan een keer te weinig.
De start van het Corona-tijdperk, met dat razendsnel verspreidende virus inclusief levensbedreigende klachten, was dus ongelooflijk triggerend voor mij. Toen de ernst van de zaak goed tot me doorgedrongen was, raakte ik in paniek. Ik wilde geen berichtjes meer lezen van vrienden die erover spraken, wilde er niet over praten, scrollde snel langs dergelijk nieuws op FaceBook, zapte vlug weg als ik op tv er iets over hoorde, wilde niemand meer zien (ook mijn nieuwe vriend niet) en durfde nauwelijks meer naar buiten of boodschappen te doen. Ik zat alleen maar binnen, in mijn kleine appartement op vier hoog zonder balkon. Regelmatig hyperventilerend van angst. Ondertussen probeerde ik zo’n beetje alle cognitieve en gedragsmatige trucs op mezelf uit, die ik maar kende. Niks hielp, in elk geval niet voldoende. Dit heb ik zo bijna vijf weken volgehouden.
Op een gegeven moment stond ik op het punt de huisarts te bellen voor angstremmers. Iets waar ik eigenlijk niet achter sta. Angstmedicatie kan zeker behulpzaam zijn (en soms is het simpelweg noodzakelijk), maar het blijft natuurlijk symptoombestrijding.
Toen stond ik het mijn vriend eindelijk toe om me uit mijn miserie te trekken. Ik liet me meenemen op een lange fietstocht naar een rustig plaatsje nabij Utrecht, om te logeren in het leegstaande huis van zijn vader, alleen te bereiken per bootje. Ik moest de moed werkelijk vanuit mijn tenen halen, om die boze buitenwereld weer in te durven. Daar had ik mijn laatste paniekaanval, waarbij hij me in een liefdevolle knuffelhoudgreep nam, en ik tegen zijn warme en sussende lichaam tot rust kon komen. Ik voelde me net een kind. De dagen daarna kon mijn lijf eindelijk weer ontspannen en bloeide ik helemaal op. We deden samen boodschappen en wandelden wat in de buurt. Het had een weekendje moeten zijn, maar we zijn er uiteindelijk tien dagen gebleven.
Mijn vermijding was verbroken, en daarmee verdween ook mijn angst. Niet helemaal natuurlijk – nog altijd ben ik bezorgder en voorzichtiger dan de meesten om mij heen – maar ik kon het nieuws weer kijken zonder in paniek te schieten, en ik durfde mijn vrienden weer op afstand te ontmoeten en ontspannen boodschappen te doen. Uit mijn zelf verkozen isolement der vermijding komen (en blijven!) was het beste wat ik voor mezelf had kunnen doen.
De moraal van dit verhaal is dat je het niet alleen hoeft te doen. Maak gebruik van mensen die je willen helpen. Laat je uit je vermijding trekken, als het je zelf niet lukt. Ook als alles in je gilt dat ze je met rust moeten laten. Vooral dan. We zijn sociale dieren, wij mensen. We hebben elkaar nodig. Hulp vragen of accepteren maakt je niet zwak, het maakt je juist sterk. Niemand heeft er wat aan als je steeds dieper wegzakt in het drijfzand van pijnlijke emoties, te trots of bang om die uitgestoken handen beet te pakken.
PS. Worstel jij ook (soms) met angsten of depressieve klachten, en heb je geen mensen om je heen, die je vertrouwt en die je tot steun kunnen zijn? Bel dan de huisarts en geef aan dat je hulp nodig hebt. Er zijn daar ook speciaal opgeleide praktijkondersteuners GGZ, die je met emotionele problemen kunnen helpen en steunen (zonder dat dit van je eigen risico af gaat overigens), en je zo nodig naar andere hulp kunnen doorverwijzen. Blijf asjeblieft niet alleen aanmodderen. ♥