Het is wel over, maar nog niet voorbij.. Loslaten (fases van rouw & lichaamswerk).

Afscheid nemen is voor mij een enorme worsteling. Ik vind het afschuwelijk. Ik herinner me nog goed het gevoel van verdoving met daaropvolgend een explosieve huilbui, als ik vroeger vriendjes had gemaakt op vakantie en we afscheid moesten nemen. Het verdriet bleef dagenlang, maar soms zelfs weken- of maandenlang hangen, vooral als het een vakantieliefde betrof. Ik bleef maar aan hen denken en probeerde het contact vrij lang in stand te houden, … tot ik niks meer van hen hoorde. Ik had dezelfde moeite met het afscheid van ‘mijn klas en mijn school’ bij de overgang van de basisschool naar de brugklas, van mijn favoriete leraar uit groep 8, later ook van collega’s, van vrienden, van exen en zelfs van ouders van exen. Ik wilde nooit afscheid nemen; als iemand mij dierbaar was wilde ik levenslang met die persoon verbonden blijven. Ik heb het trouwens ook met mijn oude totaal verroeste fiets, maar dat terzijde.

Ik hecht me niet alleen razendsnel, maar ook heel stevig. Als superlijm. Ook aan mannen die niet willen plakken.

Dit heeft tot gevolg dat ik heel wat keren rouw heb meegemaakt. Weliswaar (gelukkig) nog niet zo vaak in de gebruikelijke zin van dat woord, bij overlijden, maar desalniettemin. Rouw is rouw. Het helpt mij om het losmaakproces na een relatie (of niet-relatie) te zien als rouw. Dan weet ik waar ik ben, zeg maar, en hoef ik niet te vechten tegen de duur van dat loslaten. Want die duur is afhankelijk van het doorlopen van bepaalde fases.

Rouw heeft volgens psychiater Elisabeth Kübler-Ross namelijk vijf fases:

  1. Ontkenning. Ontkenning is een (meestal onbewuste) weigering om de realiteit onder ogen te zien. Die realiteit is namelijk te pijnlijk. Het is een vorm van zelfbescherming, om het verdriet over de realiteit pas toe te laten als we dat aankunnen. Je hoort wel wat iemand zegt, bijvoorbeeld “ik voel niet (meer) hetzelfde voor jou, ik wil geen relatie (meer) met je”, maar maakt daar in je hoofd iets anders van: “dat meent hij niet, ik voel het toch, gisteren lagen we nog verstrengeld in bed!” Ik kan me niet meer herinneren wat mijn laatste ex precies tegen me zei – en hij zei het expres heel nadrukkelijk tegen me, om me ervan te doordringen dat hij niet meer met mij verder wilde – tijdens onze laatste uurtjes samen. Ik weet alles nog, woord voor woord, maar dat niet meer. Ik weet alleen nog het woord NIET en zijn stelligheid. Mijn brein heeft het verder geblokkeerd, lijkt het wel. Ik moet mezelf er dagelijks aan herinneren: hij voelt niet voor mij wat ik voor hem voel, hij wil geen relatie met mij, hij heeft het meerdere keren letterlijk zo gezegd. Als ik dat zo bewust denk, doet dat heel veel pijn en moet ik meestal huilen. Beetje bij beetje laat ik de waarheid bij mezelf binnenkomen. Het zou me helpen als exen meedogenloos eerlijk tegen me zouden zijn, telkens opnieuw. Als ik iets had om na te lezen waarin stond: “Nee Stefanie, echt waar, ik wil je niet, ik voel niets voor je. Ik weet het zeker en dat gaat ook niet veranderen. Sluit het asjeblieft af.” Maar aangezien ik dat niet heb, moet ik het zelf maar bedenken.
  2. Woede. Als de realiteit doorgedrongen is, volgt een fase van boosheid en beschuldiging. Dat hoeft niet boosheid op de persoon zelf te zijn, maar kan ook boosheid op ‘het leven’ zijn. In de vorm van wrok, verbitterdheid. #@*&!*, waarom moet mij dit (weer) overkomen?!! Het is een fase waarin je niet je leukste zelf bent voor de mensen om je heen. Je lontje is kort, je zin is slecht en je hebt weinig oog voor anderen, integendeel. Je hebt de neiging je te beklagen en de schuld bij de ander te leggen. Ik begin pas net in deze fase te komen, wat mijn twee meest recente exen betreft. Ik merk dat ik, zodra er wat boosheid opkomt, het gelijk wegredeneer: “Ze zijn toch eerlijk geweest? Ze kunnen er toch ook niks aan doen dat ze niet genoeg voor me voelen? Ze hebben het toch een kans gegeven?” Ja, allemaal waar. MAAR. Ze hebben mij en ons intieme contact ook een hele lange tijd gebruikt om zich goed te voelen. Om af en toe even te kunnen verdwijnen in de high van fijne seks en zo hun zorgen te vergeten. Misschien ook wel om de pijn rondom het verlies van hun ex en al hun ‘ik-weet-niet-wat-ik-met-mijn-leven-aan-moet-vangen’-getob even te kunnen vergeten? Misschien in de hoop dat ze toch meer gevoelens voor me zouden ontwikkelen. Maar dat werkt niet op die manier, merkten ze keer op keer weer, als ze ‘s ochtends wakker werden naast iemand waar ze niet van hielden. En die wel van hen hield en meer wilde. Het maakte alles alleen maar erger. En toch bleven ze ermee doorgaan, maandenlang. Willens en wetens. Dit alles zo bedenken voelt hard en kil en het komt me niet van nature. Waarschijnlijk is het ook allemaal niet 100% waar, maar het helpt mij wel om mijn boosheid te voelen en zo meer afstand tussen ons te creëren. Dus wat mij betreft is dit nu ook de waarheid.
  3. (Onder)handelen. Dan de fase gedreven door hoop, dat wat we hadden heel mooi was en echt, en dat het toch nog goed kan komen, als ik maar.. als hij maar.. Als een malle gaan de radartjes in mijn hoofd te keer. Ik kan dit of dat nog proberen: ik schrijf een brief of mail vol verontschuldigingen en verzoeken, ik praat en praat en praat, met hem en met mijn vrienden, ik werk aan mezelf (specifiek aan die punten die hij zo vervelend aan mij vond). Ik haal alles uit de kast. Dan heb ík het in elk geval een goede kans gegeven en hoef ik me daar later niet druk over te maken. Het maakt me strijdvaardig en geeft me een helder doel waar ik mijn blik op kan richten, zodat ik niet verzuip in verdriet en onmacht. Een fase waar iedereen doorheen moet en waarbij relaties hersteld kunnen worden. Maar.. het werkt averechts als de gevoelens en de wens tot verzoening niet wederzijds zijn. Dan verlengt dit handelen je rouwproces, het wakkert je ontkenning verder aan. Het is heel belangrijk dat je ex duidelijk naar je is. Dat hij (of zij) de deur niet op een kier laat staan voor je. Uiteraard heb je weinig invloed op wat jouw ex wel of niet doet, dus blijft hij contact met je zoeken of de deur openhouden als jij contact zoekt, terwijl hij duidelijk is over zijn ambivalente gevoelens richting jou (“ik weet het niet”), verzamel dan de moed om de deur zelf dicht te gooien. ‘Ik weet het niet’ is te pijnlijk, en dus nee.
  4. Angst/verdriet. Pas als het helemaal duidelijk is dat er niets meer te halen valt, dan dient de angst en het verdriet zich aan. Je voelt je machteloos, radeloos en onbegrepen. Verliezen uit het verleden kunnen daardoor weer naar boven komen, waardoor je gevoel van eigenwaarde gevaar loopt: “Zie je wel.. Ik ben niet de moeite waard. Ik ben waardeloos.” Mensen om je heen kunnen je nauwelijks troosten en geruststellen. Je sluit je voor hen af en het risico bestaat dat je je toevlucht neemt tot verslavende middelen, als alcohol of drugs. Of, in het geval van seks- en liefdesverslaafden, tot seks of romantische intrige. Ik heb de neiging om in deze fase mijn toevlucht tot een andere geliefde te zoeken of (als dat niet kan, of, zoals nu, ik dat niet meer wil) me dagenlang in mijn huis op te sluiten, de gordijnen dicht te laten, nauwelijks te eten en mijn telefoon niet te beantwoorden. Ik huil en slaap vooral heel veel. Vrienden die proberen contact te zoeken en me vragen of ik iets nodig heb en of ze langs moeten komen, wimpel ik af. Nee, nee, nee, laat me maar. Ik wil zwelgen in mijn somberheid. Iets dat ik vrij goed kan en wat ook bij het rouwen hoort, mits het niet te lang duurt.
  5. Aanvaarding. Dit is de fase van de acceptatie en het loslaten. Je hebt alle hoop op verzoening laten varen en gaat weer verder met je leven. Je richt je blik vooruit en denkt met een melancholieke glimlach aan jullie tijd samen terug. Je ziet helder wat de mooie en minder mooie kanten waren van jullie relatie en hebt, als het goed is, van je fouten geleerd. Voor aanvaarding hoef je je best niet te doen, dat gaat vanzelf als je de voorgaande fases hebt doorlopen.

Duidelijk dus, nietwaar? Kom je maar niet bij aanvaarding uit, dan heb je nog werk te doen.

Wat vooral belangrijk lijkt bij rouw is het ‘doorvoelen’ van zowel boosheid, verdriet als angst. Als je dat niet doet stagneert je rouwproces en blijf je vastzitten (in dit geval: je komt niet over het verdriet rondom je ex heen en blijft naar hem/haar verlangen).

De meeste mensen lukt het om alle fases zelf te doorlopen met behulp van vrienden en familie, maar sommigen hebben er meer hulp bij nodig, bijvoorbeeld van een psycholoog/psychiater, (rouw)coach of lichaamswerker. Vooral mensen die het lastig vinden om gevoelens toe te laten, die heel erg ‘in hun hoofd leven’ of moeite hebben met het uiten van bepaalde gevoelens.

De trauma-therapeut waar ik afgelopen weekend een cursus over stress-regulatie voor psychologen en lichaamswerkers bij volgde, vertelde dat we gemiddeld 45 minuten in een emotie moeten doorbrengen voor die emotie uit ons systeem is. Dat hoeft niet aan één stuk, maar mag ook in gedeeltes. Het is een gemiddelde, dus afhankelijk van jou als persoon en de situatie, is dat (veel) meer of minder. Het verlies van een kind zal waarschijnlijk meer tijd nodig hebben dan het verlies van een grootouder en het verwerken van angst na een overval zal waarschijnlijk langer duren dan angst na een hondenbeet. Maar ook dit is persoonsafhankelijk. Hoe gevoeliger je bent, hoe sterker zaken bij jou binnenkomen.

Zelf heb ik bijvoorbeeld de neiging om wanhoop (een vorm van angst/paniek) en boosheid te blokkeren. Gevoelens die van belang zijn in fase 1 en 2 van rouwverwerking. Die emoties voel ik zelden en tolereer ik eigenlijk ook niet in mijn geliefden. Ze voelen als verboden terrein. Er is wat mij betreft altijd hoop en altijd een vergoelijkende reden waarom mensen doen wat ze doen, ook als dat iets vreselijks is. Ik blijf optimistisch en heb medelijden met de grootste criminelen; zij hebben zichzelf tenslotte ook niet gemaakt en opgevoed, nietwaar? Wanhoop en boosheid voelen daarom nooit als terecht, en al helemaal niet als ze gericht zijn op de mensen waar ik zielsveel van hou. De therapeut vertelde me dat ik die gevoelens waarschijnlijk heb leren wegdrukken, toen ik nog jong was. Ze waren niet veilig voor me. Dat dacht hij gezien de mate van angst die ik voel als ik ze wel voel en gezien mijn liefdesgeschiedenis met ambivalente mannen. Hij raadde me aan ze te leren voelen onder professionele begeleiding. Er zou dan een hoop voor me kunnen veranderen, liefdesgewijs.

Als we vastzitten ergens in het rouwproces moeten we dus leren om ongeveer 45 minuten lang bedreigende gevoelens toe te laten; erbij te blijven, zoals dat zo mooi heet. Het gevoel letterlijk in je lichaam voelen, bijvoorbeeld als spierverkramping in je kaken, buik, schouders en benen, als een snelle ademhaling, een luid bonzend hart, een verstikkend gevoel in je hals of een blok beton in je maag. Een lichaamswerker plaatst zijn handen op je lichaam, waardoor je beter contact kunt maken met wat je voelt. Hij zal je gerichte vragen stellen en je stimuleren het gevoel dat deze vragen bij je opwekt te uiten. Hij zal je laten vertellen wat je voelt en waar je het voelt, je vragen waar dat gevoel volgens jou mee te maken heeft. Zo nodig brengt hij je aandacht weer bij positievere zaken. Als een pendulum gaat hij heen en weer: stress – ontspanning – stress – ontspanning. Hij kan je aanmoedigen te huilen, te jammeren, schreeuwen, bibberen, schudden, klappertanden, op de grond te slaan, te schoppen.. Alles wat er opkomt te laten gebeuren, niks tegen te houden. Maar hij kan je ook weer vragen met je aandacht naar lichaamsdelen te gaan die goed voelen, je lichaam af te speuren naar het kleinste goede-gevoel-molecuul. Ik heb zelf in een sessie ervaren hoe het werkt. Ik vond het vreselijk en fantastisch tegelijk. De dagen erna voelde ik me lichter en blijer. Geweldig, maar voor een structurele verandering moet ik vaker gaan, zei hij. Vooruit dan maar.

 

P.S. Dit alles kun je natuurlijk ook zelf doen, maar vaak voelt het niet veilig om dit in je eentje te doen, vooral als de weggedrukte emotie te groot (of heel oud, zoals bij een ontwikkelingstrauma) voelt. Dan heb je iemand nodig die je weer wat oriëntatie kan geven als het teveel voor je wordt en je gaat dissociëren, als je zenuwstelsel de verbinding tussen je brein en je zintuigen tijdelijk verbreekt, een soort automatische kortsluiting, bedoeld als beschermingsmechanisme om je te behoeden voor teveel emotionele pijn. Hij/zij kan je dan weer terugbrengen door op geruststellende toon te zeggen: “He, kijk me eens aan, je bent veilig, voel de grond onder je voeten, voel mijn handen op je lichaam, het is oké, er kan niks gebeuren, wiebel je tenen, etc.”